‘Waarom volledige abstinentie de beste optie is bij verslavingsproblematiek’
De theorie van het ziektemodel, die volledige onthouding aanbeveelt, vormt de basis voor veel behandelprogramma’s in de verslavingszorg. Deze theorie stelt dat verslaving ontstaat door een neurobiologische disfunctie in het middenbrein en de verbindingen met de hersenschors. Men gaat ervan uit dat disfunctionele kernen in het middenbrein en de bijbehorende paden leiden tot verminderde controle over het gebruik van alcohol, drugs en verslavingsgedrag, wat kenmerkend is voor een verslavingsstoornis. Deze verminderde controle is moeilijk te meten, maar vormt een groot probleem voor mensen met een stoornis gerelateerd aan middelengebruik en kan leiden tot verdere complicaties en problemen.
Volgens de theorie van het verslavingsziektemodel vertonen alleen mensen met deze neurobiologische disfunctie tekenen van verslaving. Deze kwetsbaarheid is aanwezig voordat iemand begint met gebruiken. Hoewel veel mensen fysiek afhankelijk kunnen worden van bepaalde stoffen vanwege hun farmacologische eigenschappen en het vermogen om afhankelijkheid te veroorzaken, moet dit worden onderscheiden van degenen die niet meer kunnen stoppen met hun gebruik en afhankelijk worden.
Algehele onthouding wordt beschouwd als de meest verstandige oplossing voor mensen met een stoornis in middelengebruik. Naar mijn mening is het zelf identificeren als verslaafde de enige echte reden om zich volledig te onthouden van middelengebruik. Dit betekent niet dat het gebruik van middelen zonder risico is, maar de risico’s zijn op zichzelf duidelijk.
Met dit inzicht in het achterhoofd raden wij cliënten die hulp zoeken bij hun verslaving(sgedrag) ten zeerste aan om zich algeheel te onthouden van middelengebruik. Ze moeten voorzichtig omgaan met andere potentiële verslavingen (cross-addiction). Door het ziektemodel van verslaving te begrijpen, is onthouding een rationele, niet-oordelende oplossing. Tegelijkertijd moeten we de onderliggende psychosociale problemen en de bijkomende schade als gevolg van de verslaving aanpakken om het hoge risico op terugval te verminderen. We moeten deze factoren niet verwarren met de oorzaak van de verslaving zelf.
Een gedeelte van de groep van eerder gediagnosticeerde personen met stoornissen in het middelengebruik heeft gecontroleerd gebruik hervat na een algehele onthouding.
Het is alsof het beloningssysteem van de middenhersenen zichzelf heeft gerepareerd. Er zijn veel mensen bij wie het na een periode van onthouding weer uit de hand loopt met gebruik. Sterker nog, tot 50% van de cliënten in ons behandelprogramma is opgenomen na een eerdere behandeling met een flinke terugval. We beschikken nog niet over de tools om nauwkeurig te voorspellen tot welke van de twee groepen een cliënt behoort, mensen die wel gecontroleerd kunnen gebruiken en bij wie het weer uit de hand loopt. Dus we klinken misschien voorzichtig door iedereen te adviseren: “sobriety, one day at a time”.